De sociale component van het musiceren
Gezamenlijk muziek maken versterkt de sociale cohesie binnen een groep en bevordert de onderlinge communicatie. De sociale component van het musiceren is essentieel voor de ontwikkeling van samenwerking, communicatie en gemeenschapsgevoel. Wanneer mensen samen muziek maken, delen ze een gemeenschappelijk doel en werken ze samen om harmonie te creëren. Dit bevordert niet alleen de onderlinge communicatie, maar ook het vermogen om naar elkaar te luisteren en elkaar te ondersteunen. In een groepscontext leren kinderen bijvoorbeeld om op elkaar te reageren, te wachten op hun beurt en samen te spelen in afstemming met de anderen.
Verbinden
Via muziek kunnen mensen zich verbonden voelen met de wereld om hen heen: samen dansen op een feest, samen zingen in een kerk of een moskee, samen luidkeels de favoriete voetbalclub toezingen, het gezamenlijk vieren van een belangrijke gebeurtenis. Je gaat daarbij op in het geheel, je verbind je, en tegelijkertijd wórd je verbonden, word je er als het ware ingezogen. Muziek heeft daarmee de kracht om mensen samen te brengen. Hoewel je fysiek van elkaar gescheiden blijft, vloei je op een ander gebied helemaal samen. Muziek brengt mensen samen door universele emoties, waardoor grenzen vervagen en er ruimte ontstaat voor inclusiviteit.
Behalve de aangename ervaring die dit doorgaans oplevert, heeft het muziek maken met kinderen ook een pedagogische waarde. Zij oefenen hierbij het vermogen om zich te verbinden, mee te stromen in het geheel, zich open te stellen, initiatief te nemen en af te stemmen. Deze sociale competenties zijn levensvaardigheden, die van grote maatschappelijke waarde zijn. Sociale inclusie, samenwerking, het delen van uitdagingen en successen, ze dragen in hoge mate bij aan een vervullend leven.
Zo krijgt muziekonderwijs een sterk verbindende functie. Het biedt een platform voor leerlingen om hun culturele achtergrond te delen en zich verbonden te voelen met anderen, ongeacht verschillen in taal, afkomst of persoonlijke ervaringen.
Luisteren
Er is een verschil tussen horen en luisteren: dit kan filosofisch worden gezien als het verschil tussen objectieve waarneming en subjectieve betrokkenheid. Terwijl horen simpelweg een sensorische ervaring is, vereist luisteren een diepere mentale en emotionele betrokkenheid, en het kan een bron zijn van verstandhouding en gemeenschapsvorming. Horen is passief, geluiden komen tot je en neem je waar. Luisteren is juist naar buiten gericht, je schenkt aandacht aan een ander. Het oprechte luisteren is een manier van respect en openheid voor de ander, en draagt bij aan echte dialoog en begrip. Horen kan dan beschouwd worden als een oppervlakkige activiteit, terwijl luisteren de basis vormt voor authentieke interpersoonlijke relaties.
Met het leren luisteren van een kind bij het musiceren brengen we de wil in het horen, een actief proces. Alles wat klinkt heeft met het innerlijk te maken, komt voort uit het innerlijk. Het oor brengt de mens met een andere binnenwereld in contact. Wat hoor ik er doorheen, wat zit erachter, wat klinkt er tussen de regels door, in de stem, de intonatie van wat gesproken wordt? Zo wordt gewerkt aan een zintuig dat de kwaliteit van het klinkende waar kan nemen. Niet de hoogte of de lengte van een toon, maar de intentie, de zeggingskracht, dat wat door de toon heen klinkt, wordt waargenomen. Je oefent met muziek een zintuig om dieper tot mensen en de wereld door te dringen.
Stilte
In deze tijd zijn er zoveel geluiden en is er zoveel muziek om ons heen, dat we wellicht eerder geneigd zijn om ons wat af te sluiten. Daarom is het scherpen en verfijnen van de waarneming zo belangrijk. Stilte maakt dat het onhoorbare hoorbaar kan worden. Als we stil staan in het bos worden voor ons geluiden hoorbaar die we aanvankelijk niet gewaar werden: geluiden van vogels, ritselende bladeren, verkeer in de verte. Daarom is de stilte ook een wezenlijk onderdeel van de muzikale beleving. Je schept met muziek klanken van een hoge kwaliteit, en geeft die door de afwisseling met de stilte een bijzondere aandacht. Zoals een schilderij in een museum door zijn plek en omgeving tot zijn recht komt, en als het ware kan gaan spreken.
Luisteren is dus een actieve handeling, sterk naar buiten gericht, en dit vraagt van de mens een eigen stilte en tegelijk een open en ontvankelijke houding. Eigenlijk een bijna spirituele openheid, erop gericht om meer te ontdekken dan het voor de hand liggende, oppervlakkig hoorbare of zichtbare. In de antroposofie wordt dat beschreven als dat muziek ons in staat stelt ons te verbinden met de geestelijke wereld. Door muziek en het scholen van het luisteren kan de mens wat meer open gaan staan voor geestelijke. Muziek helpt de mens zichzelf te beleven als burger van de aarde én van de geestelijke wereld.